Is jouw vochthuishouding in balans?

Je helpt je lichaam enorm door ervoor te zorgen het vochtgehalte op peil te houden. DA legt uit hoe je dit doet.

Wat is een goede vochthuishouding?

De manier waarop je vocht binnenkrijgt en weer loslaat, heet je vochthuishouding. Als alles goed met je gaat, is die vochthuishouding in balans: er komt net zoveel vocht je lichaam binnen als er weer uitgaat, dagelijks zo’n 2 tot 3 liter. Een van de makkelijkste manieren om vocht binnen te krijgen is door te drinken. Plassen is dan weer de voor de hand liggende manier om vocht kwijt te raken. Maar ook door zweet, ademhaling en ontlasting voer je vocht af.

Een goede vochtbalans is noodzakelijk om verschillende redenen. Vocht in je lichaam is een belangrijk transportmiddel voor voedings- en afvalstoffen. Vocht is ook onmisbaar voor het oplossen van voedingsstoffen, want alleen op die manier kan je dunne darm de de stoffen opnemen. Sommige afvalstoffen hebben trouwens ook vocht nodig om op te lossen. Voldoende drinken dus!

Je huid speelt een belangrijke rol in je vochthuishouding. Die houdt letterlijk vocht ‘binnen boord.’ Ook laat de huid van binnen naar buiten vocht door in de vorm van zweet; belangrijk om je lichaam op de juiste temperatuur te houden en om afval kwijt te raken. Andersom gaat dat niet. Je huid laat geen vocht door van buiten naar binnen. Dat is maar goed ook, want anders zou je niet kunnen douchen, zwemmen of in de regen kunnen lopen.

Wanneer is het uit balans?

Drink je meer dan je plast en zweet, dan blijft er te veel vocht in je lichaam zitten. Dat noemen medici een ‘positieve vochtbalans’. Dat kan klachten opleveren als opgezette enkels, handen, voeten en gezicht. Ook kun je het in sommige gevallen benauwd krijgen. Merk je dat je lichaam vocht vasthoudt, bespreek dat dan altijd met je huisarts.

Plas je meer dan je drinkt, dan blijft er te weinig vocht in je lichaam zitten (negatieve vochtbalans). Vooral als je lichaam het warm heeft, veel inspanning levert en je veel zweet, kan dat gebeuren. Je krijgt dan al snel last van dorst. Voel je dat niet of negeer je dat, dan trekt je lichaam harder aan de bel en kun je last krijgen van hoofdpijn, vermoeidheid, slechte adem, kramp in je benen of armen, verstopping en droge lippen.

Ook de rest van je huid kan droog aanvoelen. Dorst is dus een waarschuwingssignaal van je lichaam. Eigenlijk is het beter voor je lichaam als je het niet zover laat komen. Wie dorst heeft, heeft namelijk al een vochttekort van een paar procent. Een tekort aan vocht maakt dat je lichaam harder moet werken om alle processen in je lichaam toch aan de gang te houden. Dat kost extra energie en daardoor voel je je sneller moe.

Tips om voldoende vocht binnen te krijgen:

Vind je water alleen niet lekker? Geef je water een smaakje door er munt, aardbeien, sinaasappel of citroen aan toe te voegen. Als je iets lekker vindt, neem je er makkelijker meer van.

• Zorg voor een routine: opstaan, water drinken, plassen. Zo begin je de dag al goed.
• Neem voor elke maaltijd eerst een glas water. Ook als je minder wilt eten een goede tip.
• Ga je de auto of trein in? Of zit je langer dan een half uur op de fiets? Neem een flesje water mee.
• Werk je achter een bureau? Zet dan een fles water voor je neus.
• Installeer een app op je mobiel die je eraan herinnert dat je water moet drinken. Er zijn er verschillende; waterherinnering – drink water, bijvoorbeeld.
• Bij sporten verlies je meer vocht. Vergeet niet om dan meer te drinken.

In sommige voedingsmiddelen zit veel vocht. Óók een manier om vocht binnen te krijgen! In zuivel en fruit bijvoorbeeld, maar ook groenten bevatten vaak veel vocht. Het is een aanvullende en gezonde manier om genoeg vocht binnen te krijgen. In de volgende groente zit bijvoorbeeld zo’n 90% vocht: komkommer, spinazie, sla, paprika’s, tomaten, bleekselderij, radijsjes, bloemkool, broccoli, waspeentjes, asperges, champignons en courgette.

Huid en vocht

Een vochtarme huid heeft een tekort aan vocht. Je hebt een vochtarme huid als de cellen in de verschillende lagen van je huid te weinig vocht bevatten. Het buitenste laagje van je huid is dan beschadigd. Je herkent een vochtarme huid aan de droogtelijntjes. Een vochtarme huid voelt niet soepel aan en ziet er wat dof uit. Het is een tijdelijke conditie van je huid, geen blijvend huidtype. Het komt bijvoorbeeld door de zon, de kou, droge lucht of hormonen.

Wat kun je doen bij een vochtarme huid? Je kunt een vochtarme huid weer soepel maken door ’m in te smeren. Kies dan voor producten die hydraterend zijn. Op hydraterende producten zie je op het etiket bijvoorbeeld een van de volgende ingrediënten staan: hyaluronzuur, glycerol, shea butter en/of siliconen.

Extra water drinken helpt niet tegen een vochtarme huid, maar structureel te weinig drinken kan dit probleem wel erger maken. Ook een beautyregime volgen met producten die niet goed bij je huid passen, kan je huid vochtarm maken. Het is dan ook de reden dan mensen met een vette huid tegelijkertijd ook een vochtarme huid kunnen hebben, doordat ze te agressieve producten gebruiken om puistjes tegen te gaan.

Droge huid

Een droge huid is niet hetzelfde als een vochtarme huid. Een droge heeft een tekort aan huideigen vetten. Zo’n huidtype houdt ook minder makkelijk vocht vast, dus die twee huidcondities kunnen ook in combinatie voorkomen en worden nogal eens door elkaar gehaald. Een droge huid voelt snel trekkerig aan. Wees zuinig met hete douches en het gebruik van scrubs en zeep, die maken goed schoon, maar halen ook huidvet weg.