Terugroepactie! Klik hier voor meer informatie
Het klinkt heel vies, maar echt: we eten allemaal snot. We doen het alleen niet bewust. Gemiddeld produceer je 1 tot 1,5 liter snot per dag. Een groot gedeelte ervan blaast de aftocht via je gehemelte, naar je slokdarm. Daar slik je het door en komt het in je maag terecht.
Snot moet op een gegeven moment gewoon je neus uit. Dan werkt het niet meer goed. Dat zit zo. Je hebt vocht in je neus zitten. Dat vocht wordt aangeleverd door je slijmvliezen. Bacteriën en virussen blijven plakken aan dat vocht. Het is eigenlijk een soort vangnet: op die manier blijven ze hangen in je neus – en aan je neusharen. Zo komen die vijanden je lichaam niet in. Daarnaast zitten in snot ook mucines. Die zorgen ervoor dat virussen en bacteriën worden ingepakt en zo geen kwaad meer kunnen. En dus is snot onschadelijk tegen de tijd dat het in je maag terechtkomt. Als dat nog niet genoeg is, maakt je maagzuur er wel korte metten mee! Een andere functie van snot is dat het de snelweg is voor witte bloedlichaampjes. Die verplaatsen zich via snot. Hun missie is om alle virussen en bacteriën die slecht voor je zijn te vernietigen. Droogt snot op in je neus, dan krijg je van die harde stukjes.
Snot maakt ziekmakers dus onschadelijk. Het zorgt er ook voor dat de binnenkant van je neus niet uitdroogt van alle lucht die er dag en nacht langsgaat. Want als je neus uitdroogt, kunnen die bacteriën en virussen weer makkelijker naar binnen. Neusslijm geeft ook wat vocht af aan de lucht die je inademt, zodat die lucht niet kurkdroog je longen instroomt. Je longen houden daar niet van. Tot slot geeft die nattigheid in je neus ook warmte af, zodat de lucht een beetje warmer is als het je longen instroomt. Want ook daar houdenje longen niet van, van kou. Daarom heb je ook sneller een loopneus als het buiten koud is: je slijmvliezen produceren dan meer snot. Dat doen ze ook als ze geprikkeld worden door erg pittig eten en damp van een kom hete soep op een koude winterdag, bijvoorbeeld. En ook ronddwarrelend stof en pollen (voorjaar) vinden veel slijmvliezen irritant. Ander gevolg van geprikkelde slijmvliezen is dat je gaat niezen, vaak en veel.
Ben je verkouden, dan zijn er toch ziekmakers door de bescherming heen gekomen. Je slijmvliezen ontsteken en slaan dan op hol. Je persoonlijke snotfabriek voert de productie fl ink op en je snot wordt dikker (net als die slijmvliezen zelf, trouwens). Je kunt daar dan bijvoorbeeld een verstopte neus van krijgen. Stomen zorgt er niet voor dat je verkoudheid sneller overgaat, maar je voelt je er vaak wel beter van. Dat komt omdat die verstopping dan even weg is. En je kunt zo vastzittend slijm losmaken. Zorg dat het water niet warmer is dan 60 ⁰C. Stomen kun je zo’n drie keer per dag doen, maar druppel er maar eens per dag iets in, als je dat graag hebt. Een neusspray met xylometazoline werkt wel, zo is bewezen. Lees voor het kopen de aanwijzingen op de verpakking. Let op: je mag ’m niet langer dan zevendagen gebruiken.
Ben je verkouden dan kun je wel aan het snuiten blíjven. Dus veel mensen halen hun neus dan maar op. Heel irritant als een medepassagier of collega dat doet. En niet een keertje per kwartier, maar om de tien seconden. Grrrrr. Maar! Volgens kno-artsen is je neus ophalen beter dan je neus snuiten. De ophalers zijn dus juist goed bezig. Wie z’n neus ophaalt, stuurt het slijm de juiste kant op: naar de maag. Wie z’n neus snuit, verhoogt de druk in z’n neus. Met als risico dat het slijm met de ziekteverwekkers erin de bijholtes wordt ingeblazen. Het gevolg kan een bijholteontsteking zijn (sinusitis). Neemt niet weg dat het soms echt lekker is om je neus te snuiten – en niet alleen om anderen een plezier te doen. Wie snuit ervaart dat het even weer wat makkelijker is om adem te halen. Ook ben je even verlost van dat volle gevoel in je hoofd. Snuit zo goed mogelijk. Dat doe je door niet keihard in een zakdoek te trompetteren, maar door een neusgat dicht te houden en met het andere neusgat zachtjes te snuiten. Wissel dan van kant.
Een nies kan een snelheid van 160 km p/u bereiken en zich wel 6 tot 8 meter verplaatsen. Kleine deeltjes kunnen nog minutenlang in de lucht blijven hangen. Hoe kleiner de druppeltjes, hoe langer ze in de lucht blijven. Nies dus altijd in je elleboog of in een zakdoek.
Als je huilt ga je vaak ook snotteren. Produceer je zoveel tranen dat je oog het niet weggewerkt krijgt, dan loopt je traanzakje over. Die tranen glijden een ‘overloopgootje’ in dat uitkomt in je neus. Gevolg: een loopneus
Helder: Niks aan de hand. Wit: Je immuunsysteem is aan het werk. Geel: Kan een infectie betekenen.Witte bloedlichaampjes hebben als taak om oorlog te voeren tegen ziekteverwekkers. Zijn ze klaar, dan kleuren ze geel. Groen: Je hebt wel een infectie te pakken, hoor. Je witte bloedlichaampjes zijn hard aan het werk (dit geeft een groene kleur).
Roze: Er zit bloed in je snot. Misschien zijn je neusslijmvliezen geïrriteerd? Of beschadigd? Dat kan gebeuren als je veel snuit, bijvoorbeeld. Het kan geen kwaad. Maar heb je het vaak, meld het je huisarts. Bruin: Waarschijnlijk zit er wat opgedroogd bloed in. Of je hebt vuil of rook ingeademd. Soms komt het door een langdurige infectie of irritatie. Zwart: Bijzonder! Dit komt niet vaak voor. Het kan een teken zijn van een ernstige schimmelinfectie. Vertel het je arts. Het ligt anders als je in een erg vervuilde stad woont (Denk: New Delhi in India, bijvoorbeeld). Dan kun je dagelijks zwart snot snuiten.