Terugroepactie! Klik hier voor meer informatie
Er leven biljoenen micro-organismen in je darmen. Biljoen – dat is een cijfer met twaalf (twáálf!) nullen. Het zijn virussen, gisten, schimmels maar vooral bacteriën. Sommige leden van dit levendige gezelschap doen nuttig werk in je darmen, andere niet. Maar als het goed is, hebben de ‘good guys’ de overhand over de ‘bad guys’. Wetenschappers ontdekken steeds meer over hoe het microbioom precies werkt en hoe belangrijk het eigenlijk is.
Feitjes over het microbioom:
Spijsvertering
Om te beginnen: je microbioom speelt een belangrijke rol bij de spijsvertering. Zonder microbioom geen gezonde darmwerking. Alle verschillende bacteriën helpen bij het afbreken van het voedsel dat je tot je neemt. Ze halen de energie en voedingsstoffen eruit en bij dat proces komen allerlei stoffen vrij die op hun beurt je darmwand in conditie houden en helpen bij een soepele stoelgang.
Aanval en verdediging
Het microbioom werkt ook samen met je afweersysteem. Binnenkomende ziekteverwekkers worden herkend, opgespoord en koelbloedig uitgeschakeld. Het microbioom probeert zo zoveel mogelijk te voorkomen dat je écht ziek wordt. Gebeurt dat toch, dan gaat het aan het werk om je snel weer beter te maken. Soms reageert je microbioom iets te fanatiek. Dan wordt een onschuldige indringer zó hard aangepakt dat het meer kwaad dan goed doet: een allergische reactie. Een gezond microbioom houdt het hoofd koel.
In contact met je brein
Nog iets belangrijks in het takenpakket van het microbioom: het onderhoudt contact met je hersenen. Via de langste hersenzenuw van ons lichaam, de nervus vagus, communiceren je darmen en brein met elkaar. Over de vraag of je trek hebt of juist vol zit. Of je ontspannen bent of gestrest. Dat laatste herken je misschien wel: door stress kun je je misselijk voelen, of ineens diarree krijgen. Maar onderzoekers hebben het sterke vermoeden dat het ook de andere kant op werkt. Dus dat het microbioom van invloed is op je mentale gezondheid – hoe je je voelt en gedraagt. Om precies te begrijpen hoe dat in elkaar zit, is nog meer onderzoek nodig.
Heel persoonlijk
Het ene microbioom is het andere niet. Waar en wanneer je bent geboren speelt een rol, de eerste bacteriën die je als baby van je moeder meekrijgt, je genen, in welke omgeving je leeft, of je medicijnen gebruikt… Het heeft allemaal invloed. De meest bepalende factor heb je overigens zélf in de hand: dat wat je eet en drinkt. Vezelrijk en gevarieerd zijn de toverwoorden. De bacteriën in je darmen leven van vezels. Hoe meer vezels en hoe gevarieerder de bron van die vezels, hoe beter. Zo zorg je voor een evenwichtig microbioom, met veel verschillende bacteriestammen.