Het RIVM zegt: hygiëne is een verzamelnaam van alle handelingen die ervoor zorgen dat je zo min mogelijk in aanraking komt met ziekteverwekkers. Handen wassen, douchen, maar ook het schoon houden van de keuken, deurklinken, het toilet en je werkplek vallen daar bijvoorbeeld onder. Want zo verwijder je ziekteverwekkers als virussen en bacteriën en kunnen ze dus niet op je handen of op voedsel komen. Omdat we ongemerkt vaak met onze handen aan neus of mond zitten, verspreiden die zich razendsnel en kun je ziek worden. Desinfectiemiddelen doden ze, maar zijn vooral in het ziekenhuis nodig. Thuis of op kantoor kun je gewoon zeep of een schoonmaakmiddel gebruiken.
Al die micro-organismen, zijn die nou zo erg? Nou… ja én nee. Bacteriën, virussen en schimmels zijn overal. We dragen miljoenen bacteriën met ons mee, bijvoorbeeld in onze darmen, mond en op de huid. Dat is niet erg, de meeste zijn onschuldig en zelfs nuttig; zo helpen ze bij het verteren van voedsel en houden ze de huid in goede conditie. Maar er zijn ook micro-organismen die ziektes veroorzaken, zoals het griepvirus, salmonella- en E-coli-bacteriën en de schimmel candida. Als die terechtkomen waar ze niet thuishoren – in je eten bijvoorbeeld – kun je daar goed ziek van worden. Vooral kleine kinderen, ouderen en mensen met verminderde weerstand zijn er gevoelig voor. Voorkomen is beter en begint bij een goede hygiëne.
Handen wassen
Regelmatig je handen wassen voorkomt de verspreiding van bacteriën en virussen en verkleint de kans op ziek worden. Zó doe je het goed:
Zorg ook dat je je handen goed droog maakt! Vochtige handen trekken bacteriën aan en kunnen ze door de druppels ook weer makkelijk verspreiden. Je handen goed drogen is daarom net zo belangrijk als het wassen. Uit onderzoek blijken papieren handdoekjes – die je vaak in de horeca vindt – en katoenen handdoeken het beste drogen. Ze verwijderen de meeste bacteriën van natte handen. Een handblower heeft vaak wel dertig seconden nodig om handen goed te drogen. Daar nemen de meeste mensen de tijd niet voor. Handen blijven dan vochtig, waardoor je ze dus net zo goed niet had kunnen wassen.
Douchen
Douchten onze (groot)ouders één keer per week, de norm ligt tegenwoordig op één keer per dag. Is dat echt nodig? Eigenlijk niet. Het vaak te warme water waar we ook nog eens te lang onder staan, tast de vetbarrière van de huid aan. Ook de goede bacteriën die op onze huid leven, worden weggespoeld. De huid wordt droog en loopt meer kans op infecties. Het is de reden dat mensen met eczeem wordt aangeraden om om de dag te douchen.
Vind je een dagelijkse douche wel belangrijk, of gewoon heel aangenaam, douche dan niet te lang en niet te warm, gebruik een milde zeep en focus op oksels, schaamstreek, billen en voeten. Dat zijn de plekken die je overigens ook met een washandje kunt wassen, als een douche er niet in zit. Wissel ondergoed en sokken elke dag. We raken meer ‘vuil’ kwijt via onze kleding dan onder de douche.