Terugroepactie! Klik hier voor meer informatie
Bij een hartstilstand stopt een hart ineens met kloppen en pompt het geen bloed meer rond. Iemand raakt binnen enkele seconden bewusteloos en de ademhaling stopt. Een levensbedreigende situatie, want de organen krijgen geen bloed en dus ook geen zuurstof meer. Vooral te weinig zuurstof naar de hersenen zorgt snel voor problemen. De hersencellen kunnen al na vier tot zes minuten onherstelbaar beschadigen. Daarna lopen ook andere organen schade op.
Vaak ontstaat een hartstilstand tijdens een hartinfarct. Daarbij is een kransslagader van het hart verstopt, waardoor een deel van het hart geen bloed meer krijgt en afsterft. Soms spelen andere hartproblemen een rol, zoals hartfalen of een ontsteking van het hart. Maar ook wie een gezond hart heeft, kan een hartstilstand krijgen. Vaak is er daarbij sprake van een ongeluk, zoals verdrinking, onderkoeling of een elektriciteitsongeval.
Je kunt een hartstilstand herkennen aan de volgende symptomen:
Denk je dat het om een hartstilstand gaat, bel dan direct 112 en start met reanimeren. Je overbrugt zo de tijd tot de ambulance er is. Hoe eerder er hulp is bij een hartstilstand, hoe groter de kans dat het slachtoffer het overleeft. Wordt iemand niet gereanimeerd, dan kan hij na tien minuten overleden zijn.
Soms kun je reanimatie voor zijn door een hartprobleem op tijd te herkennen. Mensen hebben bij hartklachten meestal pijn op hun borst, vaak uitstralend naar arm, kaak of rug. Deze pijn duurt ook in rust langer dan vijf minuten. Soms transpireren ze hevig en zijn ze misselijk. Bel in zulke situaties ook direct 112. Bij vrouwen kunnen hartklachten anders zijn. Zij hebben vaak pijn in de bovenbuik, kaak, nek of tussen de schouderbladen, extreme moeheid, duizeligheid, een onrustig gevoel of gevoelens van angst.
Met reanimeren kun je iemands hart en ademhaling weer op gang krijgen. Dit doe je door dertig borstcompressies (een hartmassage) te geven en twee mond-op-mondbeademingen. Zo zorg je dat het bloed blijft stromen naar de organen. Als je dat goed doet, heeft het geven van een stroomstoot op de borstkas met een Automatische Externe Defibrillator (AED) meer kans van slagen. Je voorkomt of beperkt er schade aan vitale organen mee, en dat kan de kans op overleving verdubbelen. Alléén hartmassage en beademing is onvoldoende; het is altijd nodig om via een AED met een elektrische schok het hart weer normaal te laten kloppen. Met reanimeren overbrug je de tijd tot de AED de schok geeft.
Je hebt er vast weleens een zien hangen: een Automatische Externe Defibrillator (AED). Een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand. Dat gebeurt door het geven van een elektrische schok. Met een AED kun je het hart resetten – ‘defibrilleren’ heet dat – en weer normaal laten kloppen. Gebeurt dat binnen zes minuten, dan heeft iemand de meeste kans om te overleven. Elke minuut eerder defibrilleren betekent 10% meer levensverwachting. Misschien weet je niet hoe een AED werkt, maar gelukkig legt het apparaat dat zelf uit. Iedereen mag een AED dan ook gebruiken.
Zo werkt het: je plakt twee elektroden die verbonden zijn aan de AED op de borstkas van het slachtoffer. Vervolgens analyseert de computer in de AED het hartritme en krijg je via een stem te horen wat je moet doen. Dat is óf doorgaan met reanimeren óf op de knop drukken om een schok toe te dienen. Vaak kun je in een ingebouwd display ook lezen wat je moet doen. De AED leidt je op een veilige manier door de reanimatie heen tot er professionele hulpverleners zijn.
1. Bewustzijn controleren
2. Bel direct 112 (of laat iemand bellen)
3. De ademhaling controleren
4. Geen normale ademhaling: start direct met 30 borstcompressies
5. Beadem 2 keer
6. Als de AED er is
Beademingsdoekje: ook wel ‘de kiss-of-life’ is een doekje dat zowel het slachtoffer als jouzelf als hulpverlener bescherming biedt tegen eventueel besmettingsgevaar dat op kan treden bij mond-op-mondbeademing. Het doekje voorkomt direct contact met bloed, huid en speeksel. Dat beperkt de kans op besmetting en infecties tot een minimum.
De beaty: borstcompressies geven is niet altijd makkelijk. Misschien ben je bang om te hard of te zacht te drukken. Bovendien is het heel belangrijk dat je bij het geven van borstcompressies de borstkas tussen de vijf en zes centimeter indrukt. Er bestaat een apparaatje dat in de hand past en daarbij helpt: de beaty. Ook mensen die geen reanimatie- en AED-cursus volgden, kunnen hiermee een goede hartmassage geven. Voor je gaat reanimeren, leg je dit apparaatje met de afbeelding naar boven op de borstkas van het slachtoffer. Plaats de handpalmen erbovenop tijdens het uitvoeren van de borstcompressies. Hoor je een pieptoon, dan bereik je de juiste diepte van vijf centimeter.
Je kunt de beaty gebruiken met of zonder siliconenadapter. Met adapter gaat het reanimeren makkelijker en houd je het langer vol. Je gebruikt het apparaatje niet in plaats van de AED maar altijd ernaast. Je kunt het gebruiken bij personen vanaf acht jaar en ouder. Tip: hang ’m aan je sleutelhanger. Zo heb je hem altijd bij je.