Misschien niet iets waar je dagelijks bij stilstaat. Maar alles wat je in je mond stopt, komt er als ontlasting weer uit. Ons lijf breekt het voedsel af tot voedingsstoffen en zet die om in energie. En maakt er bouwstoffen van die we nodig hebben om te groeien of om beschadigde cellen in het lichaam te vervangen. Dat ingewikkelde proces heet de spijsvertering, en er zijn meerdere organen bij betrokken.
Mond
Elke hap eten belandt eerst in je mond. Door te kauwen vermeng je het met speeksel, waarin enzymen zitten. Die beginnen meteen met de vertering. Het eten wordt glad en smeuïg, zodat je het makkelijk kunt doorslikken. Je tong duwt het voedsel daarna naar je slokdarm. Grappig weetje: je geribbelde gehemelte is een soort antislipmat. Hierdoor schiet voedsel niet ongekauwd je slokdarm in.
Slokdarm
De slokdarm is er alleen voor het transport. De spieren eromheen trekken samen en ontspannen zich weer, zodat het voedsel langzaam naar je maag ‘reist’. Onder aan de slokdarm zit een soort klepje, een sluitspier. Dit sluit als het voedsel vanuit de slokdarm naar de maag gaat. Zo kunnen het voedsel en maagsap niet terug naar de slokdarm.
Maag
Je maag kneedt, maalt en mengt je eten zo’n drie uur lang. Daardoor wordt het nog kleiner. Daarnaast voegt je maag maagsap toe, dat spijsverteringsenzymen bevat die het voedsel verder afbreken. En zoutzuur, dat ziekmakende bacteriën doodt die we met ons voedsel binnenkrijgen. Ook de vertering van eiwitten en vetten begint hier. Is de maag klaar, dan geeft hij via een sluitspiertje kleine beetjes voedsel door aan de dunne darm.
Dunne darm
Nu komt het belangrijkste deel van het proces: het opnemen van de voedingsstoffen door de dunne darm. Maar eerst komen de spijsverteringssappen en enzymen uit de alvleesklier en galblaas nog een handje helpen. Het gal uit de galblaas helpt bij het verteren van vet. De alvleesklier maakt sap aan die de dunne darm helpt suikers, eiwitten en vetten uit het voedsel te halen. Ook produceert de alvleesklier insuline en glucacon, hormonen die de bloedsuikerspiegel in evenwicht houden.
De dunne darm gaat aan de slag om vetten, eiwitten en suikers te verteren. De darm breekt het voedsel af naar kleinere deeltjes: voedingsstoffen. Deze voedingsstoffen komen vervolgens via de darmwand in het bloed terecht.
Ook de lever speelt een belangrijke rol bij de spijsvertering. Alle voedingsstoffen die zijn opgenomen in het bloed komen eerst langs de lever. Die zet ze om in bouwstoffen of in energie. Daarnaast maakt de lever gal om vet voedsel te verteren. Ook verwijdert dit orgaan schadelijke stoffen, zoals alcohol.
Dikke darm, endeldarm
Na de dunne darm gaat de dikke darm aan de slag. Dit orgaan ligt als een omgekeerde ‘u’ in de buikholte. Voedsel dat we niet kunnen verteren, gaat hier als een waterdunne brij naartoe. De dikke darm haalt er vocht en zouten uit, zodat er dikke ontlasting ontstaat. Die gaat door naar de endeldarm tot deze vol is. Je krijgt daneen seintje: ik moet naar de wc.
Anus
De anus – ook wel kringspier genoemd – is een stevig poortje dat opengaat als we naar de wc gaan. De ontlasting die uiteindelijk je lichaam verlaat, is niet alleen onverteerd eten. Er zitten ook bacteriën, dode darmwandcellen, slijm, galkleurstof en water en zouten in.
Goed kauwen
Belangrijke enzymen uit het speeksel verteren al een deel van je eten. Daarnaast krijgt je maag een seintje dat hij alvast maagzuur aan moet gaan maken. Ook maak je al kauwend het voedsel klein – onze spijsvertering kan geen hele brokken voedsel verder afbreken. En onverteerd voedsel bevordert de groei van slechte bacteriën in de darmen. Een optimale vertering begint dus al in de mond. Nog een voordeel: wie goed kauwt, eet niet snel en daardoor vaak ook minder. De hersenen krijgen de tijd om een seintje te geven als je voldoende gegeten hebt. Plus: door uitgebreid te kauwen, proef je meer.
Verminder stress
Te veel stress is niet goed, ook onze darmen zijn er niet blij mee. Bij hevige stress staat ons lijf klaar om gevaar af te wenden door te vluchten of te vechten. Het bloed gaat vooral naar de hersenen en spieren, waardoor er minder overblijft voor de organen en dus ook onze darmen. Ontlasting reist veel sneller dan normaal door de dikke darm, met als gevolg: dunne poep of diarree.
Bovendien beïnvloeden spanningen onze darmflora, en dat vergoot de kans dat we op lange termijn ontstekingen ontwikkelen. Probeer daarom voor de broodnodige ontspanning te zorgen, waaronder een goede nachtrust. Zo heeft je lichaam alle tijd en energie om bloed naar je darmen te pompen, wat een goede darmwerking bevordert. Neem ook rustig de tijd voor de maaltijd. Je darmen zijn je dankbaar als je na een zware maaltijd even rust neemt en daarna een stuk gaat wandelen om je spijsvertering een boost te geven.
Voldoende beweging
Dit zorgt voor een betere beweging en doorbloeding van je darm, waardoor die beter zijn werk kan doen en je bloed makkelijker voedingsstoffen opneemt. Daarnaast helpt het verstopping tegen te gaan doordat het de duwbeweging van de darm stimuleert. De ontlasting verplaatst zich dan makkelijker door de darm.
Er zijn ook aanwijzingen dat lichaamsbeweging effect heeft op een goede mix van bacteriën in onze darm. Die maken buthyraat aan, een stofje dat helpt bij het afbreken van voedingsvezels, en dus bij je spijsvertering. Verder houdt het de darmwand in stand en gaat het ontstekingen tegen. Er ontstaat een gezondere slijmlaag op je darmwand, waardoor je beter bent beschermd tegen ziekteverwekkers in de darm.
Vezels en vocht
Een must voor de spijsvertering: vezels eten. Die komen alleen voor in plantaardige producten. Het is slim om zowel oplosbare als onoplosbare vezels binnen te krijgen. Doordat onoplosbare vezels vocht opnemen, maken ze de ontlasting dikker en soepeler. Ze zitten bijvoorbeeld in asperges, koolsoorten, wortels, paprika’s, bonen, noten en quinoa. Oplosbare vezels – in onder andere pompoen, zoete aardappel, banaan, ui en haver – zijn goed voor een gezonde darmflora. Vezels eten heeft trouwens alleen zin als je er genoeg bij drinkt. Het liefst minimaal 1,5 liter per dag. Onoplosbare vezels hebben namelijk veel vocht nodig om hun werk te doen. Te weinig drinken geeft extra kans op verstopping.
Een goede houding
Van nature horen we te hurken om ons te ontlasten. Als je hurkt, kan de spier rondom het onderste gedeelte van je darm, daar waar je dikke darm overgaat in je endeldarm, zich volledig ontspannen en kan alles soepel passeren. Een goede houding op de wc bevordert de stoelgang: