Diabetes, ook wel suikerziekte genoemd, is een aandoening waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. Dit wordt veroorzaakt door een tekort aan insuline, een stof die de bloedsuikerspiegel regelt. Het lichaam reageert vaak niet goed meer op insuline of maakt het zelfs helemaal niet meer aan. Er zijn verschillende soorten diabetes: type 1 en type 2.
Diabetes type 1
Bij diabetes type 1 valt het afweersysteem de cellen aan die insuline aanmaken. Dit komt door een fout in de cellen. Als je diabetes type 1 hebt, moet je elke dag je bloedsuiker spiegel meten – vooral wanneer je gegeten of gedronken hebt. Je moet insuline spuiten of een pompje dragen.
Diabetes type 2
Type 2 diabetes is de meest voorkomende soort. 9 van de 10 mensen met diabetes hebben dit type. Mensen met diabetes type 2 hebben te weinig insuline in hun lichaam, hierdoor blijft er te veel suiker in het bloed zitten. Ook reageren ze niet meer goed op insuline, dit heet insulineresistentie. Steeds meer mensen krijgen diabetes type 2. De kans op de ziekte wordt vergroot door: weinig lichaamsbeweging, overgewicht, ongezond eten, roken, ouderdom en erfelijkheid.
De symptomen voor diabetes type 2 zijn soms moeilijk te herkennen. Er zijn een aantal symptomen die een aanwijzing kunnen zijn, zoals:
Diabetes type 1 wordt vaak snel herkent en ontdekt. Vaak voelt iemand zich in korte tijd erg ziek. Mogelijke klachten zijn:
Herken je een aantal symptomen? Ga dan naar je huisarts.
Wist je dat je bij DA langs kunt komen voor een glucosecheck? In de winkel wordt er door middel van een vingerprikje een druppel bloed verkregen. Zo wordt gemeten wat de bloedsuiker is op dat moment. Als die te hoog is, kan dat een indicatie zijn voor diabetes type 2.